Tips voor nieuwe netwerken:
- Probeer het groter te maken dan je eigen clubje.
- Betrek anderen erbij, liefst ook van andere organisaties.
- Neem contact op met LECSO en kijk op welke manier zij kunnen ondersteunen.
- Probeer zoveel mogelijk mailadressen van de mensen zelf te krijgen. Zodat je niet via een algemeen de schooladres (info@…) hoeft te mailen.
- Maak jezelf zichtbaar op sociale media. Gebruik bijvoorbeeld twitter om bekendheid te geven aan je initiatief. En heel belangrijk maak een eigen facebookpagina en groep, zodat je meteen gevonden kunt worden en kunt delen.

Creëer op een actieve manier een netwerk
Werkvorm: Spinnenweb
Bij deze werkvorm combineer je kennismaken en het inzicht in netwerkvorming. Iedereen is met elkaar verbonden. Iedereen voegt iets toe, heeft invloed en is even belangrijk, waardoor een stevig web ontstaat.
Tips: Geef in het begin als leider aan naar wie het bolletje wol gegooid wordt. Hierdoor zorg je ervoor dat iedereen aan de beurt komt.
Ga als leider in de kring staan maar blijf uit het web. Daardoor kun je beter assisteren. Je kunt aan het eind het bolletje naar jou laten gooien, waardoor je uiteindelijk wel onderdeel van het web wordt.
Bespreek met de groep het volgende:
Werkvorm: Spinnenweb
- Iedereen staat in een ruime kring.
- Een persoon krijgt een bolletje wol en mag vervolgens een nieuwsgierige vraag stellen aan iemand anders. Het bolletje wol wordt naar deze andere persoon gegooid. De eerste persoon houdt het uiteinde van het bolletje wol vast.
- De persoon die het bolletje wol heeft gevangen, geeft antwoord op de vraag en mag vervolgens ook weer een nieuwsgierige vraag stellen aan een ander en het bolletje wol doorgooien.
- Steeds weer wordt de draad vastgehouden door de gooier, zodat er uiteindelijk een spinnenweb ontstaat.
Bij deze werkvorm combineer je kennismaken en het inzicht in netwerkvorming. Iedereen is met elkaar verbonden. Iedereen voegt iets toe, heeft invloed en is even belangrijk, waardoor een stevig web ontstaat.
Tips: Geef in het begin als leider aan naar wie het bolletje wol gegooid wordt. Hierdoor zorg je ervoor dat iedereen aan de beurt komt.
Ga als leider in de kring staan maar blijf uit het web. Daardoor kun je beter assisteren. Je kunt aan het eind het bolletje naar jou laten gooien, waardoor je uiteindelijk wel onderdeel van het web wordt.
Bespreek met de groep het volgende:
- Wat valt je op? (iedereen is met elkaar verbonden, iedereen is onderdeel van de groep)
- Wat zijn we van elkaar te weten gekomen?
- Wat vond je leuk aan deze werkvorm?
- Wat ging goed?
- Wat kunnen we een volgende keer doen zodat het nog beter gaat?
Veel "netwerk" plezier
Thierry en Elle
Thierry en Elle